Wat

Dyslexie is een automatiseringsprobleem. Bij lezen komt de teken-klankkoppeling (bij een schriftteken hoort een bepaalde klank) heel moeizaam op gang. Spellen is in feite het omgekeerde, hierbij gaat de klank-tekenkoppeling (een klank moet worden omgezet in een schriftteken) moeizaam. Leerlingen met dyslexie doen er veel langer over voordat ze alle letters/klanken kennen en deze tot woorden en uiteindelijk tot zinnen kunnen vormen. Ook het foutloos leren opschrijven van woorden kost veel tijd.
Leerlingen met dyslexie kunnen o.a. moeite hebben:
  • om het verschil te horen tussen verschillende klanken zoals m en n; b, p, d; eu, u en ui;
  • om de klanken in de juiste volgorde te zetten, zoals bij 'kruk' en 'kurk' of bij getallen 34 en 43;
  • om de aandacht te houden bij 'klankinformatie' (gesproken woord);
  • met het inprenten en onthouden van allerlei reeksen;
  • met het onthouden van vaste woordcombinaties, uitdrukkingen of gezegdes;
  • met het onthouden van allerlei losse gegevens, zoals bijvoorbeeld: rijtjes, woordjes, jaartallen.
De begeleiding wordt op maat afgestemd op de ondersteuningsbehoefte van de leerling. Belangrijk hierbij is dat er bijna dagelijks, met lezen ongeveer 20 min per keer, thuis geoefend wordt. Elke begeleidingssessie duurt 45 minuten, en gemiddeld duurt een dyslexietraject minimaal een jaar.