Wat
Dyslexie is een automatiseringsprobleem. Bij lezen komt de teken-klankkoppeling (bij een schriftteken hoort een bepaalde klank) heel moeizaam op gang. Spellen is in feite het omgekeerde, hierbij gaat de klank-tekenkoppeling (een klank moet worden omgezet in een schriftteken) moeizaam. Leerlingen met dyslexie doen er veel langer over voordat ze alle letters/klanken kennen en deze tot woorden en uiteindelijk tot zinnen kunnen vormen. Ook het foutloos leren opschrijven van woorden kost veel tijd.Leerlingen met dyslexie kunnen o.a. moeite hebben:
- om het verschil te horen tussen verschillende klanken zoals m en n; b, p, d; eu, u en ui;
- om de klanken in de juiste volgorde te zetten, zoals bij 'kruk' en 'kurk' of bij getallen 34 en 43;
- om de aandacht te houden bij 'klankinformatie' (gesproken woord);
- met het inprenten en onthouden van allerlei reeksen;
- met het onthouden van vaste woordcombinaties, uitdrukkingen of gezegdes;
- met het onthouden van allerlei losse gegevens, zoals bijvoorbeeld: rijtjes, woordjes, jaartallen.